Notities bij: Judocus Hacx

Jules Pollet, bijdragen tot de geschiedenis van Aartrijke 898-1740, eigen uitgave, p. 122-126:
-Bijna een eeuw lang van 1619 tot 1718 waren Joos Hacx en zijn zoon Cornelis kosters te Aartrijke. Tevens was hij ook parochieschrijver en amman.
-Daarbij beschikte hij ook over een woning die op kosten van de parochie werd onderhouden.
-Joos Hacx kreeg zijn vaste benoeming: hij werd erfachtig koster, door collatiebrief van bisschop D. Christofori van 14 oktober 1626.
-Zo wordt op 1 augustus 1630 tussen Joos Hacx enerzijds en pastoor, hoofdman en notabele parochianen anderzijds, voor een termijn van drie jaar, een kontrakt gesloten, waarbij Joos Hacx, met ingang van 1 augustus 1630 op zich neemt de kosterij te bedienen, alle schrijfwerk te doen voor de parochie en "thouden behoorlicke schole". Maar zijn termijn doet hij niet uit. Er was iets gebeurd: "een groot leetwesen, eenen manslach, ghedaen tzijnder defentie". Joos Hacx had Cornelis Baert vermoord! Maar "van tselve ongheluck" bekwam hij "behoorlick remis en gratie van zijn Conincklijcke Majesteijt".
-tijdens het proces noteerde men: zou het schandaal verwekken iemand als Joos Hacx een kerkelijke bediening te laten bekleden "die publijckelijck jactiteert ende niet en schaempt hem zelven te segghen te wesen een kijndt van een pastoor ende geprofesten mueninck". Vanaf 1 augustus 1639 bekleedde Joos Hacx weer de kosterij en zou dit blijven doen tot hij in 1666 opgevolgd werd door zijn zoon Cornelis.
-Tevens bleef Joos Hacx parochieschrijver. Hij was ook amman tot 1640 en opnieuw van 1655 tot 1652.
-Bij zijn dekanaal bezoek in 1639 en 1640 noteert deken Walter Smidts dat koster Joos Hacx herberg hield en brouwde. In 1644 vermeldt Willem Van Houcke dat koster Joos Hacx zich teveel bezighoudt met koopmansbezigheden en wereldse negotie. In opdracht van de bisschop moest de deken hem een stevige vermaning geven. Hiervan schijnt Joos Hacx zich niet veel te hebben aangetrokken. Na herberg te hebben gehouden, wordt hij molenaar op de "Platsemeulen". De kerkrekeningen van 1657, 1659 en 1661 vermelden de cijnspacht van 6 s. 8 gr. per jaar door Joos Hacx betaald voor 50 roeden lands oost op het "kerckestick daer zijn muelen up staet". ... Ook op de andere Aartrijkse molen, de Noordmolen, was hij molenaar.
-Joos Hacx stierf te Aartrijke op 17 oktober 1678. Zijn weduwe Jacoba Inghelbrecht overleed op 18 januari 1681. Zij schonk aan de kerk een grote hoeveelheid heidegronden.