Notities bij: Simon Tanghe

DE BEWONERS VAN HET GOED TEN ALLAERDE TE ZWEVEZELE (jaarboek 9, 2006, Ons Wingene, f. 136-137, Jo Patteeuw)
De eerste bewoner die ik kon terugvinden was Simoen Tanghe, afkomstig van Egem, in 1545: dat Jacob de Muelenaere als ontfanghere vande edelen en werde here jonckhere Glaude Dongniez, here van Estrez et Gruyson enz., heeft ghegheven in hueringhe ende te loyalen pachte Simon Tanghe fs Clays in Heeghem, Oste Herman fs Joos in Belleghem, Simoen Tanghe fs Simoen oic in Belleghem ende Staestin Van Coppenhole fs Jans in Lichtervelde elc voor ander ende een voor al z'en behuusde hofstede groot synde zevenendetneghentich bundern lants wesende voortyts drye verscheeden goedinghen nu al in een ligghende streckende inde prochie van Winghene, Sweveseel ende Heedeghem, mitsgaders seven vyvers ligghende te Screyhem ende daeromtrent en den walgraght vande goede te Screyhem. Die tselve also kenden te pachte ghenoemen hebbende den termyn van xii jaeren; item alle de huusinghen, schueren ende stallen vande voornoemde goede moeten sy houden ende onderhouden, wel gherepareerd van daken, staken, leeme ende weeghen, thuerlieden coste alle jaeren ter dright ende culture te bringhen twee so drie ghemeten landts, die noyt ghecultureerd en waeren voorwaerde dat de voornoemde pachters moeten jaerlicx doen onderhouden ende repareren alle nootsakere reparatien te hueren coste de voorseide vivers ende walgracht. Deze citaten uit de pachtovereenkomst leren ons veel over de hofstede:
-Vier personen traden op als pachter, maar waarschijnlijk kwam Simoen Tanghe senior de hofstede bewonen en waren de drie andere personen (waarvan zijn zoon, een schoonzoon en een schoonbroer?) medeondertekenaars als waarborg. Simoen Tanghe fs Clays werd buitenpoorter van de Kasselrij Kortrijk te Zwevezele van 1553 tot 1556 (jaar na zijn overlijden). Zijn zoon Simoen Tanghe was buitenpoorter van 1553 tot 1578 en zijn weduwe Maria De Witte nog tot 1583. Volgens Valère Arickx was deze Simoen Tanghe sr. baljuw van de dorpsheerlijkheid Egem van 1535 tot 1548 en in 1555 van de heerlijkheid Walle in Egem.
-'t Goed ten Allaerde is een samenvoeging van drie (oudere) hofsteden, waaronder 't Goed te Schreyem, waarvan blijkbaar alleen de wallen bewaard gebleven zijn. Schreyem is een zeer oud en gekend toponiem, verwijzend naar de familie Schreyem die deze gronden en wellicht ook de verdwenen hofstede in eigendom had. Deze familie had ook een tijdlang het nabijgelegen Damhoudersleen in bezit. In 1396 had jonkvrouw Margriete Jacobs, weduwe van de heer van Schreyem, een goed van 36 gemeten groot in eigendom in deze omgeving (waarvan ik veronderstel dat de verdwenen hofstede daartoe ook behoort). In 1420 deed Jacob de Screijghem het leenverhef van het Damhoudersleen, met gronden te Wingene en Zwevezele. In de omgeving, zowel in Zwevezele als in Wingene, treffen we meermaals het toponiem Schreyem aan: leenserck van Schreyem, Schreyemveld, Schreyemvijver, Schreyembos,
In 1568 wordt Lieven Goethals fs Jan de nieuwe pachter: ghegheven thebbene in hueringhe ende te loyaelen pachte an Lijevin Goethals fs Jans in Zwevezeele, desen medecomparerende die zoo kent ghenomen thebbene een behuijsde stede ghenaempt goet ten Allaerde. Hiervoorn is borghe Symoen Tanghe fs Symoen in Zwevezeele. Het verband tussen beide werd duidelijk in de buitenpoorterlijsten van de Kasselrij Kortrijk, Lieven Goethals fs Jan was buitenpoorter van 1566 tot 1582. In dat laatste jaar noteerde men ook de naam van zijn vrouw (waarschijnlijk op dat moment weduwe): Catheline Tanghe. De nieuwe pachter was dus hoogstwaarschijnlijk gehuwd met de dochter van de eerdere pachter. Waarschijnlijk bewoonden ze samen de hofstede want in 1572 gaan ze beide in Kortrijk de pacht betalen: dat Lieven Goethals fs Jans ende Symoen Tanghe fs Symoens beede in Zwevezeele debent up henlieden ende al thuerlieden elck voor andere ende een voor al, Jacob De Muelenaere fs Rogiers in Curtrijk de somme van xxx ponden grooten Vlaemsche. Uit de randnota van een volgende akte blijkt dat ook Lieven Goethals geruïneerd werd tijdens de godsdienstoorlogen want in 1628 moeten de nakomelingen van borgsteller Symoen Tanghe nog opdraaien voor de schulden van Lieven Goethals: heden xii julij 1628 compareerde ter griffye Loijs Symoens d'actie descrete ghecometerende by donatie intervivos van Mr Jan de Muelenaere fs Jacob, kende ende verclaerde dat Gillis de Bale fs Willem ende Joos Tanghe fs Joos beede in Zwevezeele over hem ende huerlieden consoorten hoirs ten sterfhuuse van Joos Tanghe fs Symoens als beschadich borghe over Lieven Goethals fs Jans eenen rente.
bronnen:
RAK, Oud Stadsarchief Kortrijk, Acten en contracten 1542-1547, f. 255.
Jo Patteeuw en André Vandewiele, Wingene en Zwevezele, buitenpoorters en penningkohieren 1398-1795, VVF-Brugge, 2002, p. 85.
V. Arickx, Geschiedenis van Egem, eigen uitgave, 1982, deel 2 p. 527.
V. Arickx, Belastingvrije Brugse poorters in de Kasselrij Kortrijk in 1396 en 1458, De Leiegouw jg. XXV afl. 3-4, p. 318.
ARA, Wetachtige kamer van Vlaanderen nr. 2.222, leenverheffen.
RAK, Oud Stadsarchief Kortrijk, Acten en contracten vanaf 1566, f. 179.
Jo Patteeuw en André Vandewiele, Wingene en Zwevezele, buitenpoorters en penningkohieren 1398-1795, VVF-Brugge, 2002, p. 77.
RAK, Oud Stadsarchief Kortrijk, Acten en contracten 1571-1572, f. 214.


RAK, wezenregisters Kasselrij Kortrijk nr. 47 onder Zwevezele f. 2; akte 5.5.1550
+Griete Hermans
x Symoen Tanghe
wees: Castiaenken
voogden: Symoen Tanghe te Bellegem en Dieryc De Crudenaere te Tielt
-de wees bezit 1/16 van een hofstede van 44 b. te Zwevezele (dit betekent dat naast de vader die 1/2 heeft er nog 7 andere erfgenamen zijn van de moeder)
-zijn deel in de erfenis: 6 p. gr.
op 23.3.1555 verklaarde men dat de vader overleden is, de wees erft van hem 15,5 g.
in 1557 verklaart men dat Christiaen gehuwd is.

Buitenpoorter Kortrijk te Zwevezele van 1553 tot 1556: Simon Tanghe fs Clays