Notities bij: Guillielmus Vande Ketele

doopheffers: (1) Judocus Henris - Margaretha De Vos, (2) Andreas Verburgh - Barbara Aernout, (3) Joannes Vande Ketele - Judoca De Berydere

kwartierstaat Geert Tavernier:
In maart 1646 traden Joos Evens (poorter van Brugge) & Guilliame Vande Ketele (laat van Wingene) op als voogden over de vier minderjarige kinderen van Heyndryck De Backere (poorter van Brugge) bij Marie De Berydere (dochter van Anthone, nu weduwe), dit n.a.v. de dood van hun vader. Ze erven van hem een part in een huis te Brugge aan de zuidzijde van de Zilverstraat, gemeenschappelijk met hun moeder. Het sterfhuis was onder meer nog wat geld verschuldigd aan Josynken De Berydere.536
Guilliame Vande Ketele was poorter van de stad Brugge. In juni 1656 traden Jan Vande Ketele & Pieter Lameere op als voogden over de drie minderjarige kinderen van Guilliame Vande Ketele bij Marie De Berydere, dit n.a.v. de dood van hun vader. De vader liet volgend onroerend goed na, gemeenschappelijk met de moeder:
? Een huis in Brugge aan de zuidzijde van de Smedenstraat, naast het huis genaamd “De Draecke” dat eveneens eigendom van de ouders is, met aan de westzijde het huis dat vroeger toebehoorde aan Pieter Kemele.
? Een huis met toebehoren in Brugge, aan de zuidzijde van de Smedenstraat, met aan de westzijde een woonst die er vroeger bijhoorde maar die er nu van afgescheiden is, genaamd “De Draecke”, naast het hierboven vermeld huis aan de oostzijde, en naast het huis toebehorend aan de kinderen van Jaecques Verstraete aan de westzijde, met achter het huis wat land en een achterpoort, gedekt met tegels, met een schuur naast de poort die eveneens gedekt is met tegels, “achterwaerts streckende lancxt de Schoolstraete tot op den bilck” [met “den bilck” wordt waarschijnlijk de huidige Sint-Maartensbilk bedoeld].
? Een “boye ofte werchuus” dat de vader heeft laten zetten op het erf van een huis genaamd “Sint-Jacob” dat hij vroeger in bezit had, te Brugge aan het Schoolstraatje; de vader heeft dit huis achteraf verkocht met uitzondering van deze “boye ofte werchuus” die hij in bezit hield. Het sterfhuis had nog geld tegoed, maar daartegenover waren er ook meerdere schulden en lasten.537
De staat van goed van Guilliame Vande Ketele verduidelijkt dat eerst Jan Vande Ketele en Joos Eyvens aangesteld waren als voogden over zijn minderjarige kinderen bij jonkvrouw Marie De Berydere, en dat Joos Eyvens vervangen werd door Pieter Lameere. Een van de huizen die ze bezaten was oorspronkelijk van zijn ouders Guilliame Vande Ketele senior & Margriete De Vos (weduwe); hij had dit huis voor 1/8 geërfd van zijn vader, voor 6/8 afgekocht, en voor 1/8 bekomen bij permutatie (uitwisseling van onroerend goed) met zijn broer Jan Vande Ketele. Hij had ook een part in een huis geërfd van jonkvrouw Adriaene De Berydere, en van ditzelfde huis had hij ook een part afgekocht van andere erfgenamen van dezelfde Adriaene. Guilliame was actief als wielmaker, wat o.a. blijkt uit de ‘prysie’ van “het houttewerck dienende tot de wynckel van wielmaeckerie, mitsgaders het halam tot deselve styl”.538
536 Stadsarchief Brugge, oud archief, wezenregisters van de stad Brugge, Sint-Jacobszestendeel, boek 13, f° 142.
537 Stadsarchief Brugge, oud archief, wezenregisters van de stad Brugge, Sint-Jacobszestendeel, boek 14, f° 106.
538 Stadsarchief Brugge, oud archief, staten van goed van de stad Brugge, reeks 2, nr. 333.