Notities bij: Adrianus De Knock

Oude hoeven te Loppem, Alban Vervenne, p. 99, hofstede de Vuylvoorde. ... de naam van deze hofstede treffen wij aan in de staat van goederen opgemaakt na de dood van Cornelis De Knock op 6.5.1678. Samen met zijn broer Adriaan had hij die hoeve geërfd van zijn ouders, Adriaan De Knock en Catharine Lambrecht, en deze laatste hadden ze ook geërfd en gedeeltelijk gekocht. ... De geschiedenis van de Vuylvoorde hangt nauw samen met de aankomst en de groei van de familie De Knock op Loppem. Dit verhaal begint in de rampzalige jaren van de godsdiensttwisten. Talrijke landbouwers hadden uit vrees voor de Geuzen veiligheid gezocht binnen de stad. Dat was ook het geval met Adriaan De Knock uit Zedelgem, die in januari 1583 gestorven is te Brugge in de Zilverstraat tijdens de 'qualicke vlucht der landslieden'. Zijn ouders woonden te Zandvoorde bij Oostende. Maar Adriaan was na zijn huwelijk met Cathelyne Buuck, een dochter van Jacob Buuck van het hof ten Hille te Loppem, naar Zedelgem komen wonen. Cathelyne had intussen van haar ouders haar erfdeel gekregen en zij heeft zich na het luwen van de godsdiensttroebelen op Loppem komen vestigen met haar drie kinderen Cornelis, Adriaan en Tanneke. Moeder Cathelyne is te Loppem gestorven op 17.10.1598.

RAB, staat van goed Brugse Vrije 3 nr. 1415
-Adriaan De Knock is overleden te Brugge in de Zilverstraat
-gronden van zijn kant gekomen te Zandvoorde en Ettelgem. Van zijn moeder kant gekomen gronden te Oudenburg (hofstede), Ettelgem, Snellegem, Snaaskerke en Westkerke
-gronden gekomen van haar moeder Janneken fa Jacob De Heye te Loppem (hofstede), Zedelgem en Aartrijke
-haar moeder en haar tweede man, Jacob Focquedey, kopen een deel van hofstede te Snellegem van Jan Vander Burch x Margriete in 1568.
-samen gekocht gronden te Zedelgem

RAB, weesakten Brugse Vrije nr. 16483 f. 48, akte van 17.10.1598, Zedelgem, synthese van Geert Tavernier:
Cornelis (23j), Adriaen (16j) & Tanneken (18j), k.v. De Cnock Adriaen (z.v. Cornelis) uit zijn 1e huwelijk met Buuck Cathelyne (d.v. Jacop). De moeder was eerst gehuwd met De Proost Pieter, en uit dit eerste huwelijk kwamen de maternele halfbroers en halfzusters van de wezen voort.
Voogden: Strymeersch Antheunis (z.v. Lenaerd, poorter van Brugge, wonend te Dudzele, aangetrouwde rechtzweer van de wezen) & De Proost Franchois (z.v. Pieter, vrijlaat in Gistel-ambacht "te Pitkens", halfbroer van de wezen).
Ze erven van hun vader, + januari 1583 te Brugge in de "Zelve strate". Er zijn diverse onroerende goederen. Zo bekwam de vader van de zijde van zijn ouders onroerende goederen te Zandvoorde, Ettelgem, Oudenburg, Snellegherskercke’ in Camerlincx-ambacht, Snaaskerke, Westkerke, Snellegem, Loppem, Zedelgem, Aartrijke en Sint-Michiels (onder de heerlijkheden van Tillegem en Sijsele).
Enkele familieleden:
- De paternele grootmoeder van de wezen was Verburch Pierynken (d.v. Michiel), eerst gehuwd met De Cnock Cornelis, daarna met Focquedeys Jacques.
- Victor en Jacques Focquedeys, k.v. Jacop Focquedeys bij Pierynken, halfbroers van de vader.
- Cathelyne De Cnock was een zuster van de vader. Zij was driemaal gehuwd met Vande Maire Jaspar (hieruit een kind: Pierken), Moysin Hercules (hieruit een kind: Maykin) en De Heere Rycquaert (hieruit een kind: Aernoudyne).
- De paternele grootmoeder van de wezen, Verburch Pierynken, had zelf onroerend goed geërfd van haar moeder De Heye Tanneken (d.v. Jacop) en van de genoemde De Heye Jacop (haar grootvader, dus betovergrootvader van de
wezen).
- Het genoemde De Heye Tanneken had twee zusters: De Heye Janneken (gehuwd met Hovare Roelandt) en De Heye Pierynken (gehuwd met Kyndt Rycquaert).
- Verburch Pierynken had onroerend goed geërfd van haar zuster Pierynken (vrouw van Kyndt Rycquaert), wat erop wijst dat Pierynken kinderloos overleed.
Er worden verschillende pachters of bewoners genoemd van de onroerende goederen van de zijde van de vader, o.a. wijlen Focquedeys Jacop (waarschijnlijk de stiefvader van de vader) die op een hofstede te Oudenburg woonde, Roels Jan bewoonde een hofstede te Ettelgem, Baenst Passchier junior pachtte grond te Snellegherskercke "voor den loop", Werrebrouck Jooris pachtte grond te Snellegherskercke "voor den loop", Castelyen Boudewyn bewoonde een hofstede te Snellegem,
- Er is ook onroerend goed van de zijde van de moeder van de wezen te Loppem, Zedelgem en Aartrijke. In dit verband is sprake van Buuck Jacop (wellicht grootvader van de wezen) die eerst gehuwd was met De Heye Janneken, en die laatst gehuwd was met Tanneken (Janneken?).
Er is ook ‘conquest’ van de ouders te Zedelgem en Aartrijke.
De moeder als bezitster.